Artikelindex

DE KUNST VAN HET LUISTEREN

Er komen verkiezingen aan voor de Tweede Kamer. Debatten worden georganiseerd. Het hoort bij het politieke spel dat de diverse partijen dan hun onderlinge verschillen uitvergroten. Ze willen zich namelijk van elkaar onderscheiden, ook al zullen sommige van die partijen na de verkiezingen weer samen moeten werken. Het hoort ook bij campagnes dat partijleiders wel eens uit de bocht vliegen, dingen zeggen die ze niet kunnen verantwoorden.

De toon kan soms echter ook dusdanig hard worden, dat het debat in wezen tot een einde komt. Wanneer politici stellen dat hun tegenstanders onzin verkopen en dat ze hen niet serieus hoeven nemen, lost het onderling gesprek op en rest alleen nog lege stilte. Dat is in zekere zin ook weer een gemakkelijke positie: je hebt natuurlijk zelf gelijk en naar de ander hoef je niet meer te luisteren.

Meer in het algemeen heb ik de indruk, dat er in onze samenleving minder goed geluisterd wordt. Het luisteren naar andere meningen lijkt te veel inspanning te gaan kosten. Er is een neiging tot een houding als: het moet gewoon gaan, zoals ik het wil, klaar.

Ik herinner me een poster die in een klaslokaal op mijn middelbare school hing:

Als niemand

luistert

naar niemand

vallen er doden

in plaats van

woorden.

De tekst is van Jana Beranová, een Nederlandse dichteres, afkomstig uit Tsjechië. Ik vond het toen al een intrigerende tekst, en ik vrees dat de tekst ook letterlijk in vervulling kan gaan.

In een kerkelijke gemeente bestaan uiteenlopende opvattingen over geloven. Ook over politiek wordt verschillend gedacht. En dat mag. Er lopen meestal geen rechtstreekse lijnen van Bijbel of traditie naar bepaalde politieke standpunten of partijen.

Een kerk is een plek waar het gebruik bestaat om wél naar elkaar te luisteren. Luisterend naar elkaar ga je meer kanten van het geloof verstaan, krijg je elkaars situatie in beeld, kun je elkaar verder helpen. Samen kun je ook maatschappelijk en politieke thema’s afwegen.  

Het luisteren naar elkaar in een kerk gaat terug op een ander luisteren, een luisteren naar de woorden van de Bijbel. Door deze woorden met gezag kunnen we onze eigen eerdere opvattingen laten bijsturen.

De houding om te luisteren naar de Bijbel komt weer voort uit het besef, dat God zelf tot ons wil spreken. Er is een stem boven ons, die het gesprek met ons zoekt, die onze (ook maatschappelijke en politieke) zorgen hoort, en die al doende een nieuwe leefbare en veilige wereld wil scheppen voor allen.

Als we openheid vinden om naar God te luisteren, wordt de stap kleiner om te luisteren naar mensen om ons heen, in kerk en wereld. Ook als wij ons niet geheel in de ander herkennen, zou in hem of haar toch wel eens een beetje de stem van God mee kunnen klinken.

Het luisteren verbindt zo mensen met God en met elkaar. Luisteren kun je een grondhouding van het christelijk geloof noemen. En het lijkt me dat het de samenleving ten goede zou komen, als ook daar de kunst van het luisteren wat meer beoefend zou worden.

A. Bruin